Geschiedenisles en Dalai Lama
Ladakh ligt ten westen van China en Tibet - en voor alle Chinezen die dit lezen: ten westen van China. Tibet is volgens elke Chinees namelijk gewoon een deel van China. Om de doodeenvoudige reden dat dit al vrij lang het geval is (zo’n 300 jaar), op de korte periode van de Chinese burgeroorlog in het begin van de 20e eeuw na. Toen waren de Boeddhisten even de baas maar greep het lokale leger de macht, net zoals dat bijvoorbeeld in Myanmar gebeurde. Daar betekende dat 60 jaar lang structurele onderdrukking, in Tibet tijdelijke chaos. Na de burgeroorlog greep het Chinese leger van Mao Zedong snel in en werd Tibet ‘gewoon’ weer een regio binnen China.
Wat de Chinese overheid zo nerveus maakt, is dat de Tibetaanse regering in ballingschap (onder leiding van de 14e Dalai Lama, gezeteld in Westelijk Himachal Pradesh, India) een onafhankelijkheidswens koestert en op veel sympathie kan rekenen in een groot deel van de rest van de wereld. Tibetanen in Tibet worden op hun beurt nerveus van de, jawel, structurele onderdrukking maar ook van grote Chinese mijnbouw-bedrijven wiens activiteiten voor afvalstoffen - zoals het giftige kwik - in landbouwgrond en drinkwater zorgen. Meer en meer Tibetanen lopen daardoor met allerlei vreselijke fysieke kwalen rond. Een Tibetaan die protesteert tegen de activiteiten van deze bedrijven wordt bestempeld als separatist en gaat het gevang in. Voor de volledigheid: niet elke Tibetaan streeft naar een onafhankelijk Tibet maar wel naar vrijheid in zijn eigen leefgebied, of dat nu onafhankelijk is of niet. Terug naar Ladakh: Ladakh wordt ook wel klein Tibet genoemd omdat hier de Tibetaanse varianten van het Boeddhisme nog bestaan. Daarom is het ook niet vreemd dat de Dalai Lama jaarlijks op bezoek komt. De verjaardag van de baas van het klooster in Spituk, vlak naast het vliegveld van Leh (Ladakh’s belangrijkste stad), is dit keer de reden van zijn komst. Eigenlijk had Zijne Heiligheid in Mongolië moeten zijn maar dat bezoek werd door de geschrokken Mongoolse regering geannuleerd na een reprimande van grote buur China.
In alle vroegte neem ik een taxi naar Spituk. Daar ben ik zowat de eerste bezoeker. Ik loop naar het klooster en vraag naar het programma van de grote intocht. Niemand lijkt dat programma precies te kennen. Waar ik me wel en niet mag begeven is ook niet duidelijk: volgens een paar monniken krijg ik helemaal geen Dalai Lama te zien, volgens een politieagent mag ik straks op schoot. Als ik wat langer in de Gompa (klooster) rondloop, passeert een groep monniken. Ik groet hun met het vrolijke “Juley!” (het lokale “hallooo!” en tevens welkom, bedankt en tot ziens). Dat is prima, dat heb ik wel meer zien gebeuren en de monniken lachen vriendelijk. Tussen de monniken loopt ook een klein monnikje in het geel. Hem trakteer ik op een extra “Juley!” en onderdruk de neiging om hem in zijn bolle kinderwangen te knijpen. Dat is maar goed ook. Het mannetje blijkt de 20e incarnatie te zijn van de Kushok Bakula Rinpoche en is daarmee de belangrijkste toekomstige religieuze figuur van Ladakh. Als ik in mijn enthousiasme toch even vliegtuigje met hem had gespeeld, had ik nu waarschijnlijk ondersteboven in een composttoilet van een afgelegen klooster gehangen.
Uiteindelijk blijkt de Dalai Lama in het dorpje zelf te arriveren en niet in het klooster. Ik meng me tussen het lokale publiek dat prachtig uitgedost in de brandende zon staat te wachten. Schoolkindjes staan met bloemen klaar en de ereplaatsen zijn voor een aantal dames van tussen de 98 en 124 jaar oud. Verder zie ik veel gebedswieltjes en Tibetaanse vlaggen. Op het laatste moment holt er nog een hard zwetende man voorbij die heel handig met een schop vol kalkpoeder een lijntje langs de weg trekt. Iedereen blijft netjes achter die lijn staan. Dan komen de eerste wagens voorbij en neemt de spanning voelbaar toe. In de vierde serie wagens van de stoet bevindt zich dan eindelijk de auto waar de Dalai Lama in zit. Geen gejuich maar een massaal devoot buigen met de handen tegen elkaar. Als de auto’s richting een besloten terrein verdwijnen rest een mooie stilte met hier en daar een traan. De Dalai Lama is in Ladakh.