Bob, John & Teiwei, Part III
Ik zit nu (zonder zakmes) in de metro op weg naar een shopping mall in zuid Delhi. Eentje met airco omdat de gevoelstemperatuur op straat zo'n 45 graden is. In mijn wagon zijn er nauwelijks vrouwen. Die zitten allemaal in de eerste en laatste paar wagons van de trein. Op de plekken waar deze wagons stoppen is op roze borden aangegeven: 'Only women'. Dat is nodig omdat ze anders betast worden (of erger) door mannen die denken dat dit kan en mag. En dit is hoofdstad New Delhi. Zelf invullen hoe vrouwen hier en daar op het platteland bejegend worden. De verhalen zijn bekend…
In het koele winkelcentrum zitten jonge frisgewassen mensen lekker met elkaar te kletsen en doorlopend selfies te maken. Tweehonderd meter verderop, als je het metrostation uitloopt, hangen kindjes aan je been voor geld of eten. Het contrast is extreem en knaagt met grote tanden aan mijn geweten. Maar dat is niet zo heel veel waard nu ik hier in de Metropolitan Mall aan een dubbele espresso mijn relatief spotgoedkope en goed passende Ed Hardy spijkerbroek inspecteer. Deze mentale spagaat voelt erg ongemakkelijk. Het winkelpersoneel dat de welgestelde klant bedient in de Mall is attent. Buitengewoon attent. Alsof het een Olympische basketbalfinale betreft wordt je geschaduwd. Het geluid van piepende schoenzolen direct achter je en hete adem in je linkeroor. Als ik per ongeluk een te grote broek van de stapel pak klapwiekt de mij toegewezen adviseur deze direct uit mijn handen en wordt ik binnen vier tellen in de juiste maat geschoven. Althans, die dreiging is er continue. Benauwd loop ik snel een andere winkel in. "Hello sir! Welcome to Nike! What do you want!", loeit een jonge vrouw. Bijna goed. Ik vlucht de bioscoop in en val met mijn neus in de boter. Shaun the Sheep - The Movie draait. Een meesterwerk over wol. Van Shaun the sheep wordt je een beter mens en iedereen zou minimaal een keer per week een aflevering moeten zien. Mijn tevredenheid kent helemaal geen grenzen meer als ik daarna een portie zinderende kip tandoori eet, waarschijnlijk met veel bijgeluid. Mijn smaakpapillen zijn euforisch. Licht in het hoofd van de overdosis aan kruiden en pepers loop ik weer de hitte in. Paniek. Ik denk aan een aardappel en aan ander treurig Nederlands eten. Dat gaat niet meer. Hoe moet dat als ik over een paar dagen gewoon weer bij de Appie sta? Ik zie uit naar pittige Camemberts, lekker vers brood, gerijpte Spaanse fuets, mooie wijn en troebel trappistenbier. Maar avondeten wordt nooit meer hetzelfde. Bij elke hap weer terugdenken aan de geestverruimende Tandoori? Dat wordt een kwelling.
In de hysterische chaos van het spitsuur loop ik terug naar het metrostation. Dat leidt tot de gebruikelijke taferelen. Het gepruts bij de detectiepoortjes en het oeverloze voorkruipen bij het loket. Aan rijen doet men hier over het algemeen niet. Ik heb er genoeg van en deel een reprimande uit. Dat vindt de voorkruiper allemaal prima en rekent af.
's Avonds heeft mijn Chinese vriend Teiwei een 'beerparty' georganiseerd in het tuintje van ons hotel. We zijn met drie man, Teiwei, Sam en ik en hebben in totaal twee flessen bier. Teiwei werpt zich op als gespreksleider en vertaler. Sam spreekt geen woord Engels. We delen onder strenge supervisie van de gespreksleider onze India-ervaringen. Soms wordt het wel heel erg verwarrend. Ik begrijp in eerste instantie dat ze na twee dagen al zo'n 28 monumenten hebben bezocht maar Teiwei blijkt 28 verschillende benamingen voor de Taj Mahal te hebben. Van 'Tak Maki' tot 'Tjoeb Mahr' en diverse varianten ertussen in. Maar het gaat tijdens ons micro-bacchanaal vooral over yuan fen. Vrij vertaald: 'het lot'. Teiwei legt uit hoe schitterend het is dat we elkaar ontmoet hebben en dat deze ontmoeting al 500 jaar in de maak was. Zo werkt dat met yuan fen. Met grote ogen kijkt hij me over zijn brilletje aan. YUAN FÉN! Hij herhaald dat steeds 3 à 4 keer, blijft me streng aankijken en tikt dan voortdurend met zijn vinger op mijn hand. Hij spreekt het tweede woord FÉN steeds uit alsof hij in één klap een stapel van 8 bakstenen in tweeën slaat. Nu en dan roept zijn vrouw heel hard iets van de tweede verdieping en roept hij nog harder iets terug. Soms holt hij snel even naar boven en weer naar beneden. Het is nu half twee 's nachts. Als hij zijn filosofie over een gezond lichaam aan de hand van 134 punten grondig heeft toegelicht, beloof ik me aan alle 134 punten te conformeren en mag eindelijk gaan slapen.Op de allerlaatste dag van mijn reis ga ik op zoek naar het National Museum. Dat valt nog niet mee want mijn plattegrondje klopt niet helemaal en ik loop de verkeerde kant uit. Vragen heeft geen enkele zin want niemand weet of wil het weten waar het nationale topmuseum ligt en ik ga alleen maar interessant worden als ik de Roepies laat wapperen. Maar voor mij verschijnt ineens de redding: de Tourist Police Delhi staat in al zijn Tourist Police glorie op de hoek van de straat. Dankbaar voor zijn gezagvolle aanwezigheid - en onder de indruk van de fraaie Tourist Police auto, het prachtige Tourist Police uniform en de blinkende Tourist Police badge - vraag ik nederig naar de locatie van het museum. De snor antwoord dat het museum vandaag dicht is vanwege een festival. Ik kan maar beter naar de bazaar om de hoek gaan. Kijk, de tuk tuk staat al voor me klaar… Ik ben volstrekt verbijsterd. De autoriteit die mij in deze slangenkuil moet beschermen doet gewoon mee met de oplichtersbendes en verdient er waarschijnlijk het beste aan van allemaal. En dan gebeurt het. Iets wat me nog nooit is overkomen: De stoppen slaan door. Ik grijp dit aangeklede varken bij de kaki kraag en ruk hem door het raampje. Als een kurk uit een fles wijn. Hij blijft nog even met zijn navel in het knopje van de deurvergrendeling hangen maar ziet dan drie keer alle hoeken van het kruispunt. Inmiddels is het verkeer tot stilstand gekomen en kijken omstanders geschokt toe.Uiteraard speelt dit wat donkere tafereel zich alleen in mijn hoofd af want in werkelijkheid heb ik de man glazig aangekeken ben omgekeerd, op zoek naar het enige officiële Tourist Office van Delhi. Dat is ook meteen het enige Tourist Office waar geen geld wordt verdient. En dat is te zien. De dames zitten als koala's achter de balie. Nog net niet slapend maar wel in een staat van verminderd bewustzijn. De kaart van Delhi wordt opengeklapt en er wordt een kruisje op getekend. Geen woord is er gezegd als ik 2 minuten later naar buiten loop en mijn bestemming eindelijk ga vinden. Ik weet dat mijn laatste dag in India goed gaat eindigen als een scholiertje bij de ingang van het museum me in zijn beste Engels verwelkomt: 'Welcome to our country, sir!!'. Hij haalt daarmee een eervolle tweede plaats op de begroetingen-ranglijst van deze reis. Op drie: het zo vrolijke en altijd welgemeende Juley! van de Ladakhi maar op één toch echt de EXCUSE ME SIR YOU ARE A ROCKSTAR die me in het fort van Jaipur toekwam. Had gekund natuurlijk.Het eerste item waar ik in Indiaas' nationale museum bij stil sta, is meteen het mooiste. The dancing girl. Een heel klein fijn zwart stenen beeldje van een danseresje dat eventjes staat bij te komen. Behalve haar verdwenen voetjes is ze puntgaaf. Ze heeft een ketting en armbandjes om en heeft het haar in een staart of knotje. Het 10 centimeter hoge beeldje is in Noord India opgegraven en komt uit de Harappische beschaving die pas in de jaren '70 is ontdekt. Het beeldje is zo'n 4500 jaar oud.
Terug in het hotel neem ik afscheid van de manager, wat andere vaste waarden en natuurlijk van de Chinese familie. Teiwei en Sam geven mij een houten doosje met daarop de afbeelding van een historisch bronzen klokkenspel uit hun provincie. Op de kartonnen huls van het kadootje schrijft Teiwei al hun contactgegevens op. Ik kom er nu achter dat Teiwei dus gewoon David heet, alleen kan hij dat niet uitspreken. Ik ben wel gewoon nog Bob. 'To Bob', schrijft hij op het doosje. Een betere afsluiting had ik me niet kunnen wensen. Wat was het weer fijn. Prachtige mensen ontmoet, buitenaardse landschappen gezien en bijna 40 dagen lang ondergedompeld in een eindeloos boeiende cultuur. Alle frustraties tot blogjes en reisverhalen gepromoveerd, de mooie herinneringen onuitwisbaar. Dag India. Op naar de volgende reis.