top of page

Faeröer, part I

Het is meivakantie en dus ga ik naar de Faeröer eilanden. Dat spreekt voor zich.

Ik tel het mee als nieuw landje op de lijst. De Faeröer horen dan misschien wel officieel bij het Deense koninkrijk maar de helft van de bevolking (dat zijn dus 25.000 eilanders) is het daar niet mee eens. Daarbij hebben ze een nationaal voetbalelftal en dat is voor mij de belangrijkste maatstaf. Dit elftal heeft zich overigens net als Oranje niet geplaatst voor het aanstaande EK in Frankrijk. Alle andere Europese landen wel. Dat schept een band.

In het vliegtuig op weg naar het eiland Vágar raak ik aan de praat met de vrouw van Olaf Olson uit Runavik. Zij vertelt over de eilanden, haar 4 kinderen en 14 kleinkinderen. Om ons heen drinken mannen met dikke koppen veel sterke drank en dat is gewoon gratis bij de nationale luchtvaartmaatschappij Atlantic Airways. Straks op de grond wordt dit soort tijdverdrijf een stuk duurder en is drank slechts te koop bij paar winkels per eiland.

Als ik op het vliegveld op zoek ben naar een bus die mij naar Midvágur kan brengen, spreekt de vrouw van Olaf Olson mij weer aan. Ze kunnen me ook even afzetten. Omdat Olaf Olson niet weet waar Lisa Guesthouse is stopt hij op de linkerrijstrook van de plaatselijke A2 om het aan voorbijgangers te vragen. Tegenliggers komen tot stilstand en wachten het gesprek geduldig af.

Olaf parkeert voor de deur van het guesthouse en zijn vrouw geeft mij hun telefoonnummer. Voor als het nodig is.

In het guesthouse van Lisa ben ik de enige gast. Dat geeft haar de kans om mijn verblijf van een persoonlijke tint te voorzien. En dus vertelt ze me dat haar man Alzheimer had en inmiddels overleden is, dat ze de kinderen nauwelijks ziet want die wonen in Kopenhagen en Ghana en dat het huis is veel te groot voor haar is en moet worden verkocht. Ik geef op mijn meest empathische toon aan dat ik nog uren naar haar verhalen kan luisteren maar dat ik nu toch echt naar het lokale tourist office moet om mijn programma voor de komende 10 dagen te organiseren. Dat tourist office blijkt echter niet meer in Midvágur te liggen maar is verplaatst naar het vliegveld.

Terug op het inmiddels verlaten vliegveld neemt Sølvi Simonarson 3 kwartier de tijd om mij van gratis wandelkaarten en advies te voorzien. Ook print hij de timetables van alle aanwezige vervoersvormen voor de komende 2 decennia uit. De bus terug naar Midvágur is ondertussen vertrokken maar Sølvi en zijn 2 collega's bieden mij een lift in de bestelbus aan omdat hun dienst er toch op zit. Sølvi vouwt zichzelf op in de laadbak en ik mag bij de 2 dames voorin zitten en wordt wederom voor de deur van mijn etablissement afgezet.

Ondertussen heb ik een pizza als een natte spons verorberd en wacht ik in het restaurantje de sneeuwstorm af. Jawel, op dinsdag 26 april ziet het er hieruit als de kerst waar elke Nederlander tegen beter weten in al 26 jaar op hoopt. En zo heb ik op deze lentedag al een kleurtje gekregen van de brandende voorjaarszon, liep ik in een mistbank tegen een schaap aan en heb ik hoofdwonden overgehouden aan een korte maar verwoestende hagelbui.

Het weer in de Faeröer is extreem veranderlijk, de bewoners extreem behulpzaam, maar het landschap spant de kroon. En daarom word ik aanstaande vrijdag per helikopter op het eiland Mykines gedropt....

To be continued...

Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Me
  • Instagram Social Icon
  • LinkedIn Social Icon
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
bottom of page